Als er in de toekomst nog eens zware maatregelen worden ingevoerd om een pandemie te bestrijden, kunnen die wat het kabinet betreft iedere acht weken voorgelegd worden aan de Tweede en Eerste Kamer. Minister Ernst Kuipers (Volksgezondheid) schaart zich achter een voorstel van de PvdA en GroenLinks om dit in de wet vast te leggen.
De Kamer praat over een wijziging van de zogenoemde Wet publieke gezondheid (Wpg). Het idee is dat daarmee beter ingegrepen kan worden bij een (dreigende) pandemie. Lisa Westerveld (GroenLinks) en Attje Kuiken (PvdA) vinden dat er andere regels moeten komen voor de allerzwaarste maatregelen. Daar is Kuipers het mee eens. Hij zegt te begrijpen dat de Kamer daar "een extra slot" op wil kunnen zetten.
"Het vergroot de zeggenschap van beide Kamers", zegt Kuipers. Hij wees wel op een paar nadelen. "Het kan voorkomen dat de Kamers het niet met elkaar eens zijn. Dat kan de slagkracht van het bestuur aantasten. Het onderscheid tussen lichte en zware bevoegdheden dan wel maatregelen kan arbitrair zijn en situatieafhankelijk." Kuipers zegt erop te vertrouwen dat de Kamer een "weloverwogen beslissing" kan maken.
Als de wijziging van de Wpg wordt aangenomen, inclusief de aanpassing die GroenLinks en de PvdA voorgesteld hebben, worden bepaalde maatregelen expliciet aangemerkt als zware maatregel. Een zware maatregel moet iedere acht weken verlengd worden en dat kan alleen met instemming van beide Kamers. De aanmerking als zware maatregel is niet alleen aan de minister of het kabinet, de Kamers kunnen dat ook zelf doen.
Het kabinet wil ook maatregelen kunnen treffen die nu nog niet in de wet staan. Daarvoor moet er een noodbevoegdheid komen. Ook dan moet de maatregel binnen acht weken in een wet worden vervat en aan beide Kamers worden voorgelegd, als het aan PvdA en GroenLinks ligt. Daar kan Kuipers eveneens mee leven. Verder staat hij positief tegenover het wijzigingsvoorstel van beide fracties om de minister alleen bij hoge uitzondering gebruik te laten maken van de mogelijkheid en noodmaatregel te treffen.
Kuipers wil wel per se de noodbevoegdheid houden. Die is volgens de minister "cruciaal" voor de "effectieve bestrijding" van toekomstige pandemieën. Als de volksgezondheid ernstig en acuut gevaar loopt, wil hij direct maatregelen kunnen nemen. PVV en SGP kwamen met een voorstel om die mogelijkheid uit de wet te schrappen. Dat is door Kuipers ontraden.
Voor een eventuele herinvoering van een coronatoegangsbewijs zal nooit gebruik worden gemaakt van de noodbevoegdheid, benadrukte Kuipers. Deze omstreden maatregel staat nu niet in het wetsvoorstel. Van teruggrijpen op de noodbevoegdheid kan alleen sprake zijn als het gaat om "een zeer dringende omstandigheid waar direct moet worden gehandeld". Daar valt volgens de minister de inzet van een coronatoegangsbewijs niet onder.
Door: ANP